Gehoorapparaten en cochleaire implantaten: wat is het verschil?

De geschiedenis van gehoorapparaten en cochleaire implantaten

De technologie in cochleaire implantaten is complexer dan die in gehoorapparaten. Maar technologie voor gehoorapparaten bestaat al een stuk langer: het eerste elektrische gehoorapparaat stamt uit het einde van de 19^e eeuw. Cochleaire implantaten zijn in vergelijking nog relatief nieuw. Het eerste moderne cochleaire implantaat ter wereld werd in Wenen in 1977 geïmplanteerd bij een patiënt.

Sindsdien heeft CI-technologie grote sprongen gemaakt. De eerste patiënten met een implantaat hadden grote audioprocessors. De processors deden denken aan een walkman, en werden op de kleding bevestigd. Inmiddels passen de moderne processors achter het oor, net als sommige gehoorapparaten, of patiënten dragen een ‘single-unit’ processor direct op het hoofd.

Versterking versus elektrische stimulatie: hoe gehoorapparaten en cochleaire implantaten werken

Als u aan mild tot matig gehoorverlies lijdt, versterkt een gehoorapparaat de geluiden om u heen. Zo kunt u ze weer horen. Deze versterkte geluiden gaan door het middenoor naar het binnenoor en vervolgens naar de hersenen.

Als uw gehoorverlies ernstig is, kan een cochleair implantaat helpen. Bij dit soort gehoorverlies kunnen de haarcellen in uw binnenoor – ook wel het slakkenhuis of de cochlea genoemd – beschadigd zijn. Omdat het binnenoor daardoor ook luide geluiden niet kan waarnemen, stimuleert een cochleair implantaat het binnenoor direct.

Een externe audioprocessor verstuurt geluidssignalen naar de elektrodedrager in het slakkenhuis. De elektrodedrager maakt onderdeel uit van het interne implantaat, dat ook een magneet bevat. De magneet houdt de audioprocessor door de huid heen op zijn plek. De elektrische stimulatie bootst de manier na waarop het binnenoor bij een gezond gehoor informatie zou doorgeven aan de hersenen.

Verschillende apparaten, verschillende ontwerpen

Er zijn allerlei verschillende soorten gehoorapparaten. Omdat de technologie in een gehoorapparaat minder ingewikkeld is, zijn moderne gehoorapparaten kleiner dan cochleaire implantaatsystemen. U kunt een apparaat achter uw oor dragen, in uw oor maar nog gedeeltelijk zichtbaar, of volledig verborgen in uw gehoorkanaal. De audioprocessors van cochleaire implantaten worden achter het oor gedragen, of volledig weg van het oor.

Het processorgedeelte van een implantaatsysteem is een extern apparaat. Het implantaat zelf moet echter operatief onder de huid worden geplaatst en in het binnenoor worden ingebracht. Cochleaire implantaten gelden daarom als medische apparatuur. Dat betekent dat de regelgeving hiervoor veel strenger is dan voor gehoorapparaten. Voor alle stappen in het fabricageproces bestaan er strenge procedures om de kwaliteit te waarborgen, zodat de implantaten optimaal betrouwbaar en veilig zijn voor de ontvangers.

Wat is het verschil voor uw gehoor?

Sommige mensen met een gehoorapparaat ervaren storende piepgeluiden, ookwel ‘feedback’ of ‘rondzingen van geluid’ genoemd, die worden veroorzaakt door de manier waarop de apparaten het geluid versterken. Cochleaire implantaten versterken geen geluid, maar sturen geluidssignalen direct door naar het binnenoor. Daarom zijn deze storende geluiden met een implantaat geen probleem.

Er is ook een verschil tussen de revalidatie met implantaten of met gehoorapparaten. Mensen met een gehoorapparaat moeten vaak wat wennen, en ze moeten leren hoe ze het beste omgaan met hun nieuwe apparaat. Bij een implantaat is de revalidatie echter een stuk ingewikkelder. Mensen met een cochleair implantaat horen op een nieuwe manier – of zelfs voor het eerst. Daarom moeten de hersenen nog leren hoe ze de signalen van het implantaat moeten verwerken en interpreteren. Met gerichte revalidatiesessies en oefensessies thuis kunnen mensen zo snel mogelijk leren om goed te horen met een implantaat.

Bimodaal horen: het beste van twee technologieën

Niet alle mensen met gehoorverlies horen precies even veel (of even weinig) met allebei de oren. Cochleaire implantaten zijn niet alleen een oplossing voor mensen met gehoorverlies in één of beide oren. Ze worden ook toegepast voor “bimodaal horen”. Hierbij ontvangt u een cochleair implantaat voor een van de oren, en een gehoorapparaat voor het andere oor.

Maar klinkt die combinatie van verschillende technologieën niet vreemd? De ervaring van Dr. Jason, die bimodaal hoort, laat zien hoe ver de implantaattechnologie inmiddels gevorderd is:

“Mijn implantaat klinkt heel natuurlijk. Voor sommige geluiden was wat meer tijd nodig, maar de geluidskwaliteit is bijna hetzelfde, of ik nu mijn gehoorapparaat draag in mijn andere oor of niet.”

Cochleaire implantaten van MED-EL zijn compatibel met alle merken gehoorapparaten. Implantaten dragen geluid vrijwel direct over naar de hersenen, maar gehoorapparaten hebben net iets meer tijd nodig om het geluid te versterken. Het cochleaire implantaat van MED-EL kan worden geprogrammeerd om gematcht te zijn met de vertraging van het hoortoestel. Zo komen de geluiden in beide oren tegelijk aan. Hierbij maakt het niet uit welk merk gehoorapparaat u draagt.

We zijn benieuwd naar uw ervaringen met gehoorapparaten en cochleaire implantaten.

Neem contact op met het team van MED-EL Nederland via cc-utrecht@medel.com of meld u aan voor één van de maandelijkse informatiebijeenkomsten over cochleaire implantaten, als u hierover meer informatie wilt.  Daarnaast ben u van harte welkom om ons te volgen op Facebook en Instagram om op de hoogte te blijven van ons laatste nieuws, evenementen en technologie.